Deel 1

Inleiding

Toen ik in 1970 mijn loopbaan als apotheker in Leerdam begon, werd de apotheek in de Kerkstraat verbouwd; de werkzaamheden vonden gedurende ruim een half jaar plaats vanuit het voormalige sigarenmagazijn van Van Zijl op Kerkstraat 10.

Begin 1971 was de verbouwing gereed en betrokken we weer het pand Kerkstraat 22. Na enige tijd ontdekte ik daar de notulenboeken van de N.V. Leerdamsche Apotheek vanaf de oprichting in 1926 en later kwam ik in het bezit van het volledige archief van 1925/26 tot 1976. Intussen was mij van diverse kanten meegedeeld dat de apotheek vroeger begonnen was op de Markt, later verhuisde naar Kerkstraat 58 en weer later gevestigd op Kerkstraat 22.

Begin 1997 beëindigde ik mijn functie als apotheker en kwam er tijd vrij om eens in de geschiedenis van de Leerdamse Apotheek te duiken. Een extra stimulans werd gegeven doordat mij een boekje “Eerste hulp bij ongelukken”, tevens zakkalender, uit 1918 werd getoond, uitgegeven door apotheek “In den Vijzel” te Leerdam. Dit boekje is in het bezit van de Historische Vereniging van Verpleegkundigen. Aannemende dat de plaatselijke pers wel eens over die (onbekende) apotheek had geschreven, werden de exemplaren van “De Leerdammer”, aanwezig in het gemeentearchief doorgenomen en daarbij kwamen er onverwachte zaken aan het licht.

Drogisterijen met een apotheekafdeling

a. eigenaar J.H. van Gangelen

We gaan nu eerst een stuk terug in de historie. In maart 1903 startte dhr. G.H. Pellikaan een drogisterij in het pand Kerkstraat 22 (nu Leerdamse Apotheek) en in september 1908 opende drogist J.H. van Gangelen zijn deuren in het pand Kerkstraat 29 (huidige DA-drogist Van Stokkum). Hun zaken lagen in de Kerkstraat schuin tegenover elkaar en beide heren adverteerden veelvuldig en beconcurreerden elkaar op leven en dood.

 Op zaterdag 9 juni 1917 verscheen de volgende advertentie: “GEOPEND in het perceel drogisterij “IN DEN VIJZEL”, Kerkstraat A. 185, Leerdam, een APOTHEEK, waaraan als Apotheker is verbonden

de hr. M.J. Ketting. Laboratorium voor chemisch, microscopisch en bacteriologisch onderzoek. Onderzoek van Levensmiddelen. Recepten kunnen TEN ALLEN TIJDE worden gereedgemaakt”.

Tegelijkertijd lezen we in een redactioneel stukje: “De heer J.H. van Gangelen, assistentapotheker, drogist “in den Vijzel”, Kerkstraat alhier, heeft in zijn sinds eenige jaren welbekende zaak nu een Apotheek geopend…We meenen, dat wat de heer v. G. alzoo doet in een gemeente als de onze, van ruim 8000 zielen, wel reden van bestaan heeft, dat daaraan zelfs zekere behoefte bestaat. Als het publiek uit deze en de omliggende gemeenten dit streven weet te waarderen niet alleen, maar ook te steunen, dan is het er zelf in de eerste plaats mee gebaat, en heeft de heer v. G. mede succes van zijn onderneming”.

In de jaren 1917-1919 vinden we diverse advertenties voor: Limonade-siropen (ook speciaal voor suikerpatiënten), Salicylhoestpoeders en voor een volledig urineonderzoek (voor f 1,-).

Tevens is de apotheker door de gemeente Leerdam belast met het melkonderzoek à raison van f 350,- per jaar. Dit onderzoek dient te worden uitgevoerd volgens de richtlijnen van de “Codex Alimentarius”, waarin de wijze van onderzoek nauwkeurig is omschreven. In mei 1919 wordt op verzoek van de apotheker de vergoeding verhoogd tot f 500,- per jaar, waarvoor wekelijks 4 monsters worden onderzocht.

In juni 1920 wordt in de raadsvergadering gevraagd “of het juist is, dat de apotheker, die de melkmonsters moet onderzoeken, reeds 3 maanden uit Leerdam is. Dan wordt het nu door een onbevoegde gedaan en moeten we met de uit te betalen vergoeding daar rekening mee houden. De voorziter zal het aan het Dagelijks Bestuur overbrengen”.

Het raadsverslag van augustus vermeldt “een verzoek van M.J. Ketting om ontslag als scheikundige met het melkonderzoek te rekenen met ingang van 31 maart 1920”.

De apotheker is dus blijkbaar vertrokken. Hij is per 31 maart 1920 opgevolgd door dhr. B. van Selms, wonende Kerkstraat 29. Over de periode dat hij in Leerdam werkzaam is, lezen we verder niets.

In juli 1924 vertrekt hij naar Rotterdam wegens opheffing van de apotheek. Gelukkig is een foto van deze apotheek bewaard gebleven. Apotheek “In den Vijzel” heeft dus precies zeven jaar bestaan; daarna is de heer van Gangelen verder gegaan als drogist en opticien.

b. eigenaar G.H. Pellikaan

Ook de heer Pelikaan laat zich niet onbetuigd: eind november 1920 verschijnt er een advertentie met de zinsnede: “Aangezien ik mijn zaak moet veranderen voor de op te richten Apotheek, geeft ik tot de St. Nicolaas 10 pct extra korting op de Kassabon van alle Toilet-Artikelen”.

En in februari 1921 wordt vermeld: “1 maart opening der Leerdamsche Apotheek”.

Begin maart verschijnt het volgende stukje van de redactie: “Zaterdag (5 maart) had de officiële opening plaats van de Leerdamsche Apotheek, directeur G.H. Pellikaan. Onze verslaggever werd door de heer P. in de gelegenheid gesteld deze inrichting va nabij te beschouwen, waarvan hij den allerbeste indruk kreeg. Plaats en tijd ontbreekt ons het hiervan ontvangen verslag in zijn geheel op te nemen en moeten volstaan met de mededeling dat in genoemde apotheek als apothekeres zal dienst doen Mej. De Leeuw, terwijl als assistente dienst zal doen Mej. C. Looijen uit Asperen, door een langdurige praktijk zoowel bij Dr. Voogd als Dr. Hollweg, bij de Leerdammers wel bekend. Leerdam bezit dus nu reeds haar tweede apotheek. We gaan vooruit!”

Jammer genoeg is het gemaakte verslag verloren gegaan en het is ons tot op heden onbekend of er nog tekeningen bestaan van de vermelde verbouwing.

De genoemde apotheker, Mej. J.C. de Leeuw, woonde op Meent 41 en werd op 31 december 1921 uitgeschreven wegens vertrek naar Leiden.

Apotheek in bezit van apothekers en ziekenfonds

In diezelfde maand wordt Mej. Ch.C. Heintz, Markt 13 (?) als apotheker ingeschreven; pas in september 1922 wordt vermeld dat de Leerdamsche apotheek gevestigd is op de Markt 10 (thans bloemisterij Verhoeks), het gedeelte dat grenst aan het huis met de gevelsteen van de “hollandse tuin”).

Of de Leerdamsche Apotheek van dhr. Pellikaan een vroegtijdige dood stierf, is onbekend; eind 1924 heeft dhr. Pellikaan alleen een drogisterij. Wel weten we dat in deze tijd twee apothekers uit Tiel bezig waren een apotheek in Leerdam op te richten. Toen duidelijk werd dat in Leerdam slechts plaats was voor één apotheek, zijn zij met het onderling ziekenfonds van de Glasfabriek om de tafel gaan zitten, met als resultaat: de oprichting van de Leerdamsche Apotheek (officieel in 1926).

De gebeurtenissen uit de jaren 1922-1925 zijn niet meer te achterhalen: wel is duidelijk dat Mej. Heintz de eerste apotheker in dienst van de (nieuwe ) Leerdamsche Apotheek is geweest.

Te zijner tijd hopen we nader in te gaan op de geschiedenis van deze apotheek. Leerdam is de enige plaats in Nederland waar de apotheek jarenlang in handen was van apothekers en ziekenfondsen gezamenlijk.

Deel 2

In deel 1 lieten wij u kennis maken met een aantal apothekers die in de jaren 1917 – 1925 werkzaam waren in Leerdam.

Waarschijnlijk zijn hier ter plaatse in vroeger tijd óók apothekers gevestigd geweest, maar doordat veel archief stukken verloren zijn gegaan, is het niet eenvoudig hierover gegevens te vinden. Zij de gemeentearchieven niet meer aanwezig of leveren deze geen gegevens, dan loont het vaak de moeite om rijksarchieven te raadplegen; vooral in rechterlijke en notariële archieven komen we regelmatig apothekers tegen, niet als apotheker, maar als koper of verkoper van huizen of grond, als zoon, vader, echtgenoot, als erflater, als geldschieter, als aangeklaagde of aanklager.

Diverse personen ontdekken, bij bestudering van deze archieven, apothekers die tot voor kort nog onbekend waren. Zo vermeldt collega B. van Dooren uit Den Haag in het Pharmaceutisch Weekblad van 1996 een groot aantal apothekers, waarvan er 5 in Leerdam werkten of woonachtig waren. Het betreft hier de volgende personen:

Pieter Braem

In 1642 leggen de weduwe van Abraham Braem en diens zoon Pieter, “apotheker deser stede”, een verklaring af. In 1643 daagt hij de weduwe en erfgenamen van Geerit Jansen voor het gerecht, waarop ten verzoeke van deze weduwe de verklaring wordt afgelegd dat Braem tijdens de doodziekte van Geerit had aangenomen “als medicus” hem zijn oude gezondheid terug te geven en volledig te cureren voor 50 Carolus guldens, die echter slechts betaald hoefden te worden wanneer Geerit inderdaad zou genezen.

Gijsbert van Galen

In 1675 wordt sr. Gijsbert van Galen, apotheker te Leerdam, voor het Leerdamse gerecht gedaagd.

Bastiaen van der Heck

In 1677 eist mr. Bastiaen van der Heck, chirurgijn en apotheker, betaling van een schuld.

Johannes van Horssen

Deze Johannes van Horssen was eerst apotheker te Rotterdam en vestigde zich rond 1684 in Leerdam. In augsutus van dat jaar worden hij en zijn dochter Anna lidmaten van de gereformeerde kerk in Leerdam. In 1687 geeft hij toestemming om een huis in Rotterdam te verkopen en wordt hij vermeld als weduwnaar van juffr. Anna de Vries en vader van Anna, sr. Henricus en de nog minderjarige Johannes van Horssen de jonge. In Leerdam is hij niet rijk geworden. Eind 1687 en begin 1688 wordt hij gerechtelijk vervolgd wegens achterstallige betaling van huishuur en in de loop van 1689 blijkt zijn nalatenschap belast met schulden. Zoon Hendrick wekt bij de schuldeisers de schijn met de noorderzon te willen vertrekken door enkele meubels vanuit zijn huis te vervoeren en de grote apothekersvijzel te verhandelen. Beide zoons werden ook apotheker en vertrokken op 23 augustus met akte van indemniteit naar Sommelsdijk.

Gerrit (Gerrard) Langerbeen

In 1688 geeft sr. Gerrit Langerbeen, appotecaris, wonend te Leerdam, een volmacht aan zijn zoon Christoffel te Rotterdam. Ook hij was voorheen apotheker te Rotterdam.

Van Leerdam is het rechterlijk archief van 1572 tot circa 1690 vrij volledig en nauwgezet bewerkt, zodat de kans om een oudere apotheekvestiging aan te treffen, tamelijk gering lijkt.

Volgens ons zijn er (nog) geen gegevens bekend over apothekers in de 18e eeuw, maar rond 1800 treffen we weer een apotheker aan: Adriaan van Dam van Irhoven.

P.H. van Kogelenberg

Jaargang 17 nr. 4

Jaargang 19 nr. 1

�@

Opmerkingen m.b.t. bovenstaand artikel:

In het pand Kerkstraat 58 was, voordat de apotheek erin kwam, de slagerij van

Jacob Salomon Pakkerd gevestigd. Dit was een zogenaamde koude slager en omdat hij jood was verkocht hij alleen rundvlees. Na het vertrek van de apotheek werd hierin de herenkapsalon van Van Doesburg gevestigd.

Zowel de drogisten Pellikaan als Van Gangelen verkochten ook brillen, waarvan de eerstgenoemde wel de bekendste was. Deze afdeling werd gedreven door zoon Huub.

Pellikaan verkocht ook verfwaren en vensterglas. Voor het pand van Pellikaan stond ook een benzinepomp, die met de hand bediend moest worden. Omstreeks 1940 werd de zaak van de heer Pellikaan door brand verwoest. Speling van het lot maar de heer Van Gangelen, zijn grote concurrent, was intussen naar Den Haag vertrokken. Zijn pand stond leeg en de heer Pellikaan trok hier tijdelijk in. Wellicht door de oorlogomstandigheden kon hij de boel niet redden en vertrok ook naar Den Haag.

Augustus 2009

�@

�@