Voorwaarts
Het waren waarschijnlijk de meeste jongelui, die hun kegelavonden hadden in het “Hof van Holland”, die gezocht moesten worden in de oprichters van “Voorwaarts”, op een niet te vergeten datum, namelijk. 1 april 1890.
Van de oprichtingsvergadering bestaan er geen notulen, maar wel een opgave van degenen die bij de oprichting lid werden, namelijk:
1. F.H. Morra, 2. Verheij, 3. J.P. Renardel de Lavalette, 4. Middelkoop, 5. J. von Reth, 6. I. von Reth, 7. Vermeulen, 8. Van der Waal, 9. B.J. ter Haar, 10. Rietschoten, 11. B. van Kuijk, 12. R.G. Scherrer, 13. W. Donkersloot, 14. Poldermans, 15. Wijsenveldt, 16. J.H. Godtschalk, 17. C. van Bruggen, 18. W. Gundlach, 19. A. Nortier, 20. P.J. Deutz, 21. Van Heyningen, 22. Bakker (Asperen), 23. De Klerk (Heukelum).
Tot bestuursleden werden gekozen:
F.H. Morra, president A. Nortier, vice-president, P.J. Duetz, secretaris, J.P. Renardel de Lavalette, penningmeester, Rietschoten, commissaris van orde.
In de loop van het jaar werden nog bij ballotage opgenomen de heren L. van Beest, Jurgens, A. den Dunnen, Van Leer, G. van Gangelen, Lammers, Brouwer, Landheer, P. van Voorthuyzen, A. Nortier, Van Dijk, T. van Vliet, Gundlach, Van Hoogdalem.
Er werden in het oprichtingsjaar niet minder dan 9 vergaderingen gehouden, nu eens in het “Hof van Holland”, dan weer in “Kunstmin”. Dit laatste werd van de gemeente als oefenlokaal gehuurd voor f 20,– per jaar, terwijl de dinsdagavond als oefenavond werd vastgesteld.
In het bestuur kwam al direct verandering, want reeds op 17 april bedankte A. Nortier wegens vertrek, en hij werd direct maar tot erelid benoemd wegens de “vele ijver” voor de vereniging betoond. In de loop van het jaar bedankten nog verschillende bestuursleden.
Als directeur trad op de heer J. de Liefde tegen een wekelijkse vergoeding van f 1,60. Werktuigen werden overgenomen van de heer Beltman, kostschoolhouder alhier en uit het kasboek zien we dat aangeschaft werden:
15 staven à 37,5 ct
een rekstok met touwen voor f 27,–
een rekstok voor f 27,–
twee matrassen voor f 14,05
een springtouw voor f 10,–
Voorts werd voor het bekleden van 2 ringen f 1,– betaald.
Het ontworpen reglement, helaas niet meer aanwezig, werd enkele malen gewijzigd en o.a. werd de leeftijd van 17 jaar teruggebracht tot 15 jaar.
Het kostuum werd vastgesteld als volgt:
lange witte broek en wit shirt of blouse, terwijl later bleek dat er ook een blauwe pet en blauwe sjerp met zilveren franje bij behoorden.
Men nam het in die dagen serieus. Zo ontstond er b.v. over een uitnodiging van de Gorkumse gymnastiekvereniging een langdurige discussie, omdat men bang was, dat daar erewijn zou worden aangeboden en dat “Voorwaarts” dat ook zou moeten doen.
De secretaris klaagt over het repetitiebezoek. Hij schrijft in zijn eerste jaarverslag: de animo was te groot, maar weldra bleek het dat zich bij ons gezelschap ook aanhangers van Domela Nieuwenhuis bevonden.
De inkomsten bedroegen over 1890 f 124,90 aan contributies en f 97,50 aan donateursgelden. De uitgaven waren: vuur en licht f 10,52, werktuigen f 115,85, onderwijs f 80,–, bestuurskosten f 2,07, reiniging van lokaal f 1,71, huur f 12,–, totaal f 222,15. Alzo een batig saldo van een kwartje.
Er werd in 1890/1 wel een uitvoering vastgesteld, maar die werd eerst in het tweede verenigingsjaar gegeven.
Het kasboek leert ons, dat het gas toen 16 ct. per m3 en het schoonmaken van Kunstmin de somma van 10 ct per keer kostte.
Bestuurssamenstelling 1891/2:
J.P. Renardel de Lavalette, president
von Reth, vice-president
H.G. Scherrer, penningmeester
W. Donkersloot, secretaris
J. Godtschalk, eerste commissaris
W. Gundlach, tweede commissaris
Het aantal leden bedroeg op 1 april: 28. Op 7 april had de eerste uitvoering plaats en dat was wat voor Leerdam, hetgeen ook bleek uit het verslag van de plaatselijke pers. Met 8 man werd deze uitvoering gegeven, zeker wel een bewijs van durf en aanpakken.
De inkomsten bedroegen: entree f 13,50 en de uitgaven: muziek f 7,–, bier voor de muziek f 4,68, vuurwerk (bengaals licht) f 2,80, kachel stoken en vegen lokaal f 1,20, opbouwen toestellen f 1,–, patent f 1,865, agent Snijders f 5,–, gratificatie instructeur f 7,50, drukwerk f 14,04, totaal f 48,085.
Op 23 februari werd een tweede uitvoering gegeven met “bal na”. Ook toen al werd er een uitvoering gegeven in Beesd.
Na de eerste uitvoering werd er op instigatie van de heer Morra een aanvangsklasse opgericht met een 15-tal leden; deze bleek geen levensvatbaarheid te hebben, want in hetzelfde jaar nog werd ze weer opgeheven. Later schijnt ze toch onder de Lavalette te zijn opgericht.
Het financieel verslag vermeldt aan inkomsten f 281,40 en aan uitgaven f 307, –; nadelig saldo f 25,60.
In 1892/93 gebeurde er weinig opzienbarends; op 9 februari werd er weer een uitvoering gegeven.
Het programma vermeldde: opmars, staafoefeningen, vrije oefeningen, knotsoefeningen, toesteloefeningen en natuurlijk beeldengroepen: “Amor”, “Amor gevangen”, “Sabijnse maagden”, deze laatste groep uitgebeeld door heren? Ook enkele komische nummers zoals de “6 zoeloekaffers” (volgens het verslag niet zwart genoeg), “loopoefeningen in de nacht”, enz.
De inkomsten bedroegen in dat jaar f 198,22 en de uitgaven f 191,10; aldus een batig saldo van f 7,12.
Inmiddels was W. Gundlach uit het bestuur verdwenen en vervangen door K.M. de Weerd. De uitvoering werd gehouden op 25 januari, met medewerking van de aanvangsklassen onder Renardel de Lavalette. De zaal “Kunstmin’ was goed bezet en vooral de nummers “De gymnastische dienstmeisjes”, het komisch intermezzo alsmede de slotapotheose waren grote successen.
De heer Couvee hechtte een lauwerkrans aan het vaandel, want er schijnt inmiddels een vaandel aangeschaft te zijn; waarschijnlijk miste men een vaandel bij het inhalen van de nieuwe burgemeester, de heer B. Tukker. Het vaandel, bekend als “de blauwe kiel” is helaas niet meer te vinden. Het werd naar alle waarschijnlijkheid gemaakt door mej. Von Reth.
Dat jaar was er een batig saldo van f 55,26.
De verhalen gaan, dat men in dat jaar per rijtuig naar Vianen was gegaan om een uitvoering te geven. Het gezelschap, inclusief de voerman (B. de Jong) kwam vrolijk en niet brandschoon terug, en, hoe het kwam wist niemand, maar het hele gezelschap kwam in de sloot terecht. Alles liep gelukkig goed af en voerman De Jong kreeg een schadevergoeding van f 10, –.
Op 27 april verleende “Voorwaarts” medewerking bij het inhalen van burgemeester Tukker; het was een dag vol festiviteiten met aan het slot een groot vuurwerk. Het beschermheerschap, aangeboden door “Voorwaarts”, werd door ZEd. Welwillend aanvaard.
Het jaarverslag over 1894/95 gaf geen reden tot optimisme; het ledental was gedaald tot 11.
Men nam deel aan een wedstrijd in Utrecht (8 oktober 1894) met het nummer staafoefeningen. Voor deze gelegenheid werden insignes aangeschaft. Deze werden betaald uit de kas en bleven eigendom van de vereniging.
Tijdens de vergadering van 10 april 1894 werd besloten een danscursus op te richten. Als dansmeesters werden aangesteld de heren Kars en Mulder tegen een vergoeding van f 1,– per avond.
Het traktement van de directeur werd van f 1,60 op f 2,– gebracht. De contributie bedroeg toen 10 cent per week. De uitvoering vond plaats op 18 december 1894. Er was een batig saldo van f 14,30.
In het verenigingsjaar 1895/96 vertrok de secretaris de heer W.M. de Weerd; in zijn plaats werd de heer J.v.d. Meer gekozen.
Op 26 november 1895 werd weer een uitvoering gegeven. Het programma bevatte 8 onderdelen; als nr. 5 stond op het programma: partij worstelen tussen de heren H. Driessen en Kemp.
Het ledenaantal liep terug tot 13.
In het verenigingsjaar 1896/97 werd op 20 april 1896 een gecombineerde uitvoering gegeven. Hieraan werkten mee: muziekvereniging ”Kunstliefde en Vriendschap”, zangvereniging “Enterpe”, reciteergezelschap “Demosthenes”, zangvereniging “Crescendo” en mej. Lenson. De netto opbrengst, zijnde f 60,– werd afgedragen voor de armen.
In juni werd de heer Couvee beschermheer, hetgeen “Voorwaarts” geen windeieren legde: hij begon met een nieuwe brug en schermgereedschap te schenken; op zijn initiatief werden ook al onderlinge wedstrijden gehouden. De winnaars waren C. Gundlach, brug; G. van Leer, ringen; H. Driessen, rek.
Onder het motto: “Doe in uw jeugd, wat ge in uw grijsheid zegent” schreef de toen bekende Dr. Voogd een propagandistisch stuk in “de Leerdammer”.
In het verenigingsjaar 1897/98 vond natuurlijk weer en uitvoering plaats; opbrengst voor de armen f 68,40.
Het bestuur bstond uit: J. Renardel de Lavalette – president, W. Donkersloot – vice-president, G. van Leer – secretaris, C.J. Gundlach – penningmeester, J.H. Godtschalk en W.T. Gundlach – commissarissen. Schermmeester werd de heer J. van Leer.
1898/99 was een slecht jaar, het ledental bedroeg slechts 12 en er waren schulden, doch dank zij beschermheer Couvee konden die betaald worden; hij stelde ook enige boten beschikbaar, waarmee de leden konden roeien. De heer J. Boon werd gekozen tot penningmeester in de plaats van d eheer C.J. Gundlach. Kort daarop bedankte de heer Boon alweer en in diens plaats werd gekozen de heer C. van Dijk.
In de vergadering van 18 juli 1898 besloot men ook deel te nemen aan het kroningsfeest op 31 augustus en 1 september, en in de verenigingsoptocht met een praalwagen uit te komen. De verenigingsoptocht ging echter niet door, hiervoor in de plaats kwam een historische optocht, voorstellende de intocht van Prins Willem I in 1551. Het schijnt een grandioos feest te zijn geweest; o.a. de Spoorstraat en de Meent waren met vetpotjes verlicht.
Ook toen ging het al niet ordelijk toe, want de voorzitter zou dinsdag-s’avonds in de zaal aanwezig zijn om de orde tijdens de repetities te helpen handhaven.
Het verenigingsjaar 1899/1900 begon met een ledental van 20. Als nieuw bestuurslid (commissaris) werd J. v.d. Boezem gekozen. De contributie werd verhoogd van 10 naar 15 cent per week, althans, dat meende het bestuur, maar het voorstel werd in de vergadering van 30 mei 1899 afgestemd.
Wel werd het donateursgeld verlaagd naar f 1,50; men besloot, de vereniging “te laten fotograveren door Willem Kars”.
Op 20 december vond er een uitvoering plaats. De oorlog tussen Transvaal en Engeland was voor het publiek aanleiding spontaan het Transvaalse volkslied “Kent gij dat volk vol helmoed” aan te heffen.
De heer Kemp stelde voor de heer Bats ter gelegenheid van zijn honderdste verjaardag een ovatie te brengen. Samen met “Kunstliefde en Vriendschap” (op het muziek van Van Wijk, zoals men toen zei) werd een serenade gebracht in de vorm van een fakkeloptocht.
In het jaar 1900/01 werd ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan een uitstapje gemaakt naar Rhenen en de Grebbeberg. Dit werd betaald door de beschermheer.
Helaas moest de directeur J. de Liefde bedanken wegens drukke werkzaamheden. Als blijk van waardering werd hem een glas op zilveren voet, met gegraveerde inscriptie, aangeboden. Hij kreeg ook nog een kistje met 100 sigaren. Totale kosten van glas en sigaren bedroegen f 9,–. De leden droegen f 0,25 per persoon bij. Het tekort werd weer door de beschermheer aangezuiverd.
Intussen waren tot directeur benoemd de heer J.P. Renardel de Lavalette, die dit belangeloos deed en de heer J.A. van Leer, die f 13,– per kwartaal zou ontvangen; de zomervakantie werd niet uitbetaald.
Aan de feestelijkheden ter gelegenheid van het huwelijk van de Koningin nam “Voorwaarts” natuurlijk ook deel. In de feestcommissie zaten: voorzitter Renardel de Lavalette, secretaris Rijksman en penningmeester Boerboom. ’s Middags werd een verenigingsoptocht gehouden, waaraan deelnamen: “Kunstliefde en Vriendschap”, Leerdams Mannenkoor, “Voorwaarts”, zangvereniging “Ons Genoegen”, toneelvereniging “Amicitia”en reciteerclub “Oefening zij ons doel”. Er was feest op school, er werden concerten gegeven en ‘s ‘avonds was er tot besluit een fakkeloptocht.
In het verenigingsjaar 1901/02 moest “Voorwaarts” uit “Kunstmin” verdwijnen, daar het door de gemeente in gebruik werd genomen voor het onderwijs in verband met de bouw van een nieuwe ULO school. Uitgeweken werd naar de kegelbaan van de heer J. de Jong, maar het bleef sukkelen met de repetitieruimte. De werkliedenvereniging had “Tavenu”(oorspronkelijk “Abdullam”) aangekocht van de Gereformeerde Gemeente, maar dit lokaal was te klein voor de toestellen. De naam “Abdullam” prijkt nu weer, naar ik meen op het teruggekochte “Tavenu”. Inmiddels treden J.v.d. Boezem en G. van Leer uit het bestuur.
Het voorgaande verenigingsjaar was slecht Geëindigd, maar het jaar 1902/03 begon nog slechter. De repetities werden zo slecht bezocht, dat men besloot vakantie te nemen totdat “Kunstmin” weer beschikbaar was. Het ledenaantal was gedaald tot 8, de heer Van Leer eiste geen vergoeding.
Tijdens de jaarvergadering van april werd het bestuur als volgt samengesteld: J.P. Renardel de Lavette – president, A.C. Meulenkamp – secretaris, Bruinsma – penningmeester, J.H. Godtschalk – commissaris, P. Godtschalk – secretaris.
En eindelijk, op 2 november. Kon “Kunstmin” weer in gebruik worden genomen. In het jaar 1903/04 steeg het ledental weer en er werd een uitvoering gegeven.
Op 6 mei 1903 werd een gezellige avond gegeven; de penningmeester stelde f 6,– uit de kas beschikbaar, welk bedrag werd opgemaakt aan bier, wijn, sigaren enz. Dit bedrag lijkt weinig, maar toen kostte een glas bier 5 cent en behoorlijk te roken sigaren zes voor een dubbeltje. Dus er kon behoorlijk gefeest worden.
De aanvangsklassen (jongens) maakten in drie rijtuigen een uitstapje naar Vianen en IJsselstein. En natuurlijk nam “Voorwaarts” deel aan de feesten op 31 augustus.
In de plaats van Bruisma werd J.A. van Leer als secretaris gekozen. Gedurende het verenigingsjaar 1904/05 werd E. van Dronkelaar als commissaris in het bestuur gekozen in de plaats van J. Godtschalk.
Op 19 juni 1904 was president Renardel de Lavalette 25 jaar bij het onderwijs en er was natuurlijk feest op school. Er werden volksspelen op het schoolplein gehouden en de secretaris-directeur J.A. van Leer bood een met goud inlegde sigarenkoker aan; de met goud ingelegde tekst luidde: “Voorwaarts”, 19-6-1904. ’s Avonds brachten “Aurora” en “Voorwaarts” te zijnen huize een serenade.
Er was ook een aanvangsklasse, die wel medewerking verleende bij uitvoeringen, maar niet officieel bij de vereniging hoorde. Het was De Lavalette, die hierover de scepter zwaaide. De deelnemers daarvan maakten op 13 juli een uitstapje naar Gorinchem, Woudrichem en Loevestein.
De ouders trokken op 5 augustus met landauers naar Tiel, waar een landbouwtentoonstelling werd bezocht.
Men probeerde ook zijn geluk in de loterij; de vereniging kocht een lot van f 1,–.
Op 31 augustus werd deelgenomen aan het Koninginnefeest, en het is misschien wel aardig om te vermelden hoe het programma er op zo’n dag uitzag:
Om 8 uur: Kanongebulder op de Linge (kon wegens vochtigheid van het kruit niet doorgaan); Wilhelmus van de toren door T. van Kley.
Om half 10: Kinderoptocht en defilé voor de burgemeester; ballon oplaten op de Spoorstraat.
Om 2 uur ’s middags: Vliegerwedstrijd en bloemencorso van sportkarren; concert op de markt door “Kunstliefde en Vriendschap”.
Om 8 uur ’s avonds: Lichtstoet met lampions en transparanten.
In het verenigingsjaar 1905/06 raakte de vereniging de secretaris kwijt; de heer Van Leer vertrok in juni 1905 naar Bergen op Zoom. Hij werd opgevolgd door de heer S.P. Besters. Het bestuur kwam er als volgt uit te zien:
J.P. Renardel de Lavalette – president, S.P. Besters – secretaris, H.P. van Meeuwen – penningmeester, J. van Duffelen – commissaris.
Ter gelegenheid van het 15-jaris bestaan werden onderlinge wedstrijden georganiseerd. De jury bestond uit de heren:
Dr. C. Voogd, rijksontvanger von Schmidt auf Altenstadt en de oud-leden W. Donkersloot en H.G. Scherrer. “Aurora” verzorgde de muziek en de prijzen werden als volgt behaald:
Gewichtheffen: eerste prijs L. Speksnijder (een meerschuimen tabakspijp); tweede prijs La Feber (een meerschuimen sigarenpijp).
Rek: eerste prijs H.P. van Meeuwen; tweede prijs Beunder.
Ringen: eerste prijs H. Kervers; tweede prijs J. van Duffelen.
Brug: eerste prijs F. IJzerman; tweede prijs H. Kervers.
Begin februari 1906 vertrok L.P. Besters naar Breda. Gelukkig bleek de heer J. Treffers, onderwijzer aan de o.l. school, bereid tegen een kleine vergoeding als directeur op te treden. Het verenigingsjaar sloot met ene batig saldo van f 19,965.
1906/07 was één van de kritiekste jaren voor de vereniging. Het ledenaantal daalde tot 5, maar de zittende bestuursleden haalden de vereniging “er door”, zeker wel dank zij de heer Treffers.
Ook de heer Coevée bedankte als beschermheer. Er gebeurde natuurlijk niet veel; het batig saldo bedroeg f 9,37.

1907/08. Het voorgaande jaar was een jaar van neergang. Nu heerste er een opgewekt turnersleven; het aantal leden bedrgoeg 10 à 12.
Men ging op zoek naar een nieuwe beschermheer. De heer La Burgers, hiervoor gevraagd, voelde er niets voor.
Men sloot zich aan bij het Nederlands Gymnastiek Verbond.
Er werden nieuwe ringen aangeschaft, de oude werden voor 60 cent aan W. Ruggenberg verkocht. Bij hem thuis werd duchtig geoefend om het vogelnestje en andere oefeningen te leren.
Op het huwelijksfeest van de heer P.M. Cochius werden enkele oefeningen ten beste gegeven door de heren en door de aanvangsklassen.
De heer Cochius was hiermee uitermate tevreden en toen hem werd verzocht het beschermheerschap te aanvaarden was hij hiertoe gaarne bereid.
Het kostuum werd veranderd: witte schoenen, lange witte broek, blauwe gordel, witte trui met lange mouwen met daarop in blauwe letters “Voorwaarts” en blauwe pet.
Tot voorwerker werd H.P. van Meeuwen benoemd. Er werd ook besloten in de open lucht te gaan oefenen. Bij gebrek aan een terrein werd geoefend aan de Parallelweg.
Op 1 oktober werd een aspirantenafdeling opgericht. Leider werd H.P. van Meeuwen.
Er werd een uitvoering gegeven waaraan ook de bovengenoemde groep deelnam, en een dag na de uitvoering getuigde een vader van zijn zoon: “Mijn Piet is gelijk een slang als hij aan de rekstok hang(t)”.
De Leerdamse dames zaten ook niet stil en richtten een nieuwe vereniging op. Zij konden zich echter niet staande houden en sloten zich aan bij de bestaande vereniging. De dames moesten minimaal 16 jaar oud zijn. De heer Treffers werd ook daar leider en ving daar voorlopig 50 cents per week voor. De heren mochten niet op de damesrepetities komen.
Inmiddels was een nieuw gebouw gymnastieklokaal gereedgekomen en er werd toestemming gevraagd dit lokaal te gaan gebruiken. Tevens werd een verzoek om subsidie ingediend, welk verzoek werd afgewezen.
In 1909 werd P.M. van Gent (later Pel van gent) lid van “Voorwaarts”, en uit de geschiedenis zal blijken hoeveel hij voor “Voorwaarts” heeft betekend.
Op 29 april werd een uitvoering gegeven en na het gymnastisch optreden werd “De Artistenrevue”, met in de hoofdrol W. Verdugt als droogkomiek, opgevoerd.
Met Pinksteren werden de heren door de beschermheer in de gelegenheid gesteld het bondsfeest van het N.G.V. in Amsterdam, niet om deel te nemen, maar om te leren en te genieten, bij te wonen.
Inmiddels was in Leerdam een afdeling van de Bond voor Lichamelijke Opvoeding opgericht. De heer Treffers was ook bestuurslid van deze afdeling.
In de zomer werd aan atletiek gedaan.
Op 31 augustus werd natuurlijk meegewerkt aan het Koninginnefeest door “De intocht van Jacoba van Beieren” in de optocht uit te beelden.
Financieel ging het ook goed; er werd voor f 88,– een paard gekocht en voor f 66,– een spanrek. Zes heren werden als deelnemers afgevaardigd naar wedstrijden in Rotterdam.
Op 22 december werd een uitvoering gegeven in het nieuw gebouwde Tavenu; er waren liefst 400 mensen aanwezig. Eén avond was te weinig, zodat èn Tavenu èn Kunstmin werden afgehuurd.
1909/1910. De heer Rouwerd legde wegens vertrek zijn functie van penningmeester neer; in zijn plaats werd de heer C.J.A. de Wit benoemd. Deze vertrok op 5 maart 1910 naar Amerika en zo werd W.J. Verdugt diens plaatsvervanger.
Voor het eerst in de geschiedenis werd besloten een openluchtuitvoering te geven in de tuin van café Kemp. Kunstliefde en Vriendschap verleende muzikale medewerking en het werd een groot succes.
Op 22 november werd een vergadering belegd, en om een voorbeeld te geven van de kleinigheden waarover werd gesproken het volgende: Er werd o.m. vastgesteld dat 2 politieagenten 4 bonnen à 5 ct, 2 mannen controle 4 bonnen à 5 ct, 2 muzikanten 3 bonnen à 5 ct en 3 bonnen à 10 ct, balletmeester 4 bonnen à 5 ct en 2 werklieden 3 bonnen à 5 ct zouden krijgen.
In de vergadering van 16 februari werd besloten dat de heren W.C. van Bruggen, H.P. van Meeuwen en E. Ruggenberg naar de voorturnlessen zouden gaan.
Op 1 januari 1910 kreeg “Voorwaarts” eindelijk toestemming gebruik te maken van het gymnastieklokaal; eindelijk na 2 jaar.
1910/1911. De vereniging had op 1 april 51 leden. Op verzoek van de Vereniging voor Vreemdelingenverkeer te Buren werd naar die plaats een propagandatocht gemaakt. Er werd daar geturnd, touwgetrokken en kermis gevierd.
Op 19 mei behaalde “Aurora” (directeur de heer Gerritsen) in Vianen en eerste prijs. Ook hier was “Voorwaarts” in vol ornaat aanwezig.
Er vonden geen belangrijke dingen plaats; de geplande openluchtuitvoering, door de toenmalige secretaris aangekondigd als “openbare luchtuitvoering” werd afgelast wegens het slechte weer.
Er werd een uitvoering in Geldermalsen gegeven met als resultaat dat ook daar een gymnastiekvereniging werd opgericht. Maar verder was het een kalm jaar.
1912. Pech was wel het vertrek van de heer Treffers; hij wed leraar aan de H.B.S. in Brielle. In zijn plaats werd benoemd de heer J. de Jong (Dordrecht). Er werd besloten de uitvoeringen in Kunstmin, dat opnieuw was gerestaureerd, te geven. Bij de eerste uitvoering was de zaal stampvol, de tweede uitvoering was matig bezocht wegens het feit dat de directie van de Witglas, die de zaal had laten restaureren, geen “bal na” toestond.
De heer W.C. van Bruggen volgde de heer de Jong, die maar kort in functie bleef, op. Op diens voorstel werd met groot succes een kinderuitvoering gegeven. Het suvcces werd mede veroorzaakt door de toverlantaarnvoorstelling die de Rijksontvanger, de heer Altorfer, verzorgde.
Het ledental was inmiddels tot 97 gestegen.

1913/18. De heer van Bruggen, die voorlopig was benoemd, werd voor vast aangesteld tegen een salaris Van f 150,– per jaar. Voorturners werden de heren W. Ruggenberg en P.M. van Gent.
Er werd, hiertoe in staat gesteld door de beschermheer, deelgenomen aan de gewestelijke uitvoering in den Briel. Pinksterzondag werd gereisd naar Rotterdam en ’s maandags met de boot naar den Briel. Prijzen werden niet behaald.
Het Gewest Zuid-Holland organiseerde turnmarsen. Het traject van de eerste mars: Leerdam-Asperen-Gorinchem-Leerdam. Dat van de tweede mars: Leerdam-Hagestein-Vianen-Leeredam. De derde mars: Leerdam-Culemborg-Leerdam en de vierde mars: Leerdam-Ameide-Leerdam.
Het ledental steeg tot over de honderd en financieel werd ook goed geboerd.
Renardel de Lavalette, die 24 jaar het voorzitterschap had bekleed, moest bedanken wegens vertrek naar Nijmegen. Hem werd een waardig afscheidsfeest aangeboden, en hij werd benoemd tot ere-voorzitter. De heer H.P. van Meeuwen werd zijn opvolger. Onder diens bezielende leiding kwam Voorwaarts tot grote bloei.
Er werd ditmaal een openluchtuitvoering gegeven op het Oranjeplein. Na eerst een muzikale rondwandeling door de stad met medewerking van Kunstliefde en Vriendschap omzoomden duizenden mensen het Oranjeplein.
De heer de Jong stelde paardspringen over een levend paard voor; het paard van de Jong (Marietje) was volgens hem mak genoeg. Men vond het toch maar beter dit niet te doen.
Dan breekt de donder over Europa los. Heel Europa was in oorlog, en ook Nederland mobiliseerde. Duizenden verlofgangers werden opgeroepen; uit Leerdam zelfs 500, waaronder verschillende leden van de vereniging. Het gymnastieklokaal werd in gebruik genomen als voedseldepôt, Tavenu als kledingdepôt.
Er werd toestemming verkregen eenmaal per week een schoollokaal van de Nieuwstraatschool te gebruiken. Banken er uit, na de repetitie banken er weer in, en na afloop een tompoes bij bakker Bons.
Het 25-jarig jubileum kwam in het verschiet, en verschillende beraadslagingen over de wijze, waarop dit gevierd moest worden, vonden plaats.
Voor de aanschaf van een nieuw vaandel werd een “vaandelfonds” gestart.
Op initiatief van de voetbalvereniging Quick werd een sportdag georganiseerd.
Er werden verschillende besluiten genomen: zo konden militairen tegen een contributie van 5 cent buitengewoon lid worden.
In weerwil van de onveilige tijd werd de viering van het 25-jarig jubileum een daverend feest. Er werd een nieuwe vlag overhandigd, en ’s avonds werd een koffietafel aangeboden.
Ondanks de mobilisatie werd toch nog aan diverse wedstrijden deelgenomen. Op 22 augustus 1915 werd een bijzondere prestatie geleverd: in de morgen werd afgemarcheerd naar Zaltbommel, waar een uitvoering werd gegeven, daarna werd aan de optocht deelgenomen en na afloop werd, luid zingend, en onderweg wel eens een appeltje pikkend, weer naar huis gemarcheerd.
Besloten werd om ook Belgische vluchtelingen, die dat wensten, als buitengewoon lid toe te laten tegen een contributie van 5 cent per week.
Op Hemelvaartsdag 1916 werd deelgenomen aan een vijfkamp in Haastrecht. Een dag te voren vertrok men al, en er werd ’s nachts geslapen in Hotel l’Europe. Maar er kwam niet veel van slapen; via de dakgoot (de kamers waren op de vijfde verdieping) ging men bij elkaar op bezoek om een potje te kaarten. Een ander groepje ging op bezoek bij Bart de Jong om hem te troosten, omdat hij door zijn bed was gezakt, terwijl de “Kale Kraai” (Chr. Ruggenberg) midden in de nacht in de dakgoot zijn: “Moeder, onze kraai is dood” zat te kwelen. Met de dekschuit werd de volgende dag de tocht voortgezet, en er werd toch nog een derde prijs behaald.
In 1917 werd onder aandrang van de leden gezocht naar een mogelijkheid meer sporten te gaan beoefenen. Eind 1817 vond de uitbreiding plaats en werd Voorwaarts een sportvereniging met onderafdelingen voor gymnastiek, korfbal en voetbal.
Aangezien de behoefte aan een sportterrein steeds groter werd, werd getracht tot oprichting van een sportbond te komen. Met verschillende andere verenigingen werd vergaderd, en, hoewel men er niet onsympathiek tegenover stond bleken de inzichten toch zo ver uit elkaar te liggen, dat verwezenlijking niet mogelijk was. De heer Janzen, directeur van de bouwmaatschappij, deed nog een poging, maar helaas kwam ook daar niets van terecht.
In januari 1918 mocht het militaire sportterrein in gebruik worden genomen. Dit betekende hel veel voor Leerdam en voor Voorwaarts in het bijzonder. Het gymnastieklokaal werd door de militairen ontruimd en voor f 15,– aan de vereniging in huur gegeven, maar op een gegeven momnet legde de distributiedienst daar beslag op. Het lokaal werd vol gedragen met regeringspiepers, en wel zo vol dat de muren ontzetten en de vloer inzakte. Aardappelen er uit, turntoestellen er weer in.
De uitvoering was in dit jaar een bijzondere. Voor het eerst werd, na het gymnastiekprogramma, een sportrevue opgevoerd. De heer v.d. Boezem (Klaas) vervulde de hoofdrol. Na kritiek op zijn optreden tijdens de eerste avond nam hij de tweede avond wraak met zijn succeslied:
Wat gaat er nu gebeuren?
De “Leerdammer” ontwaakt!
Zij is nu aan het keuren
Na jarenlange slaap. enz.
Met “De Leerdammer” werd de latere “Gecombineerde” bedoeld.

Op 3 april 1918 werd dan eindelijk, er werd al zo lang naar gestreefd, de vereniging (Voorwaarts) omgezet ij een sportvereniging met onderafdelingen voor: gymnastiek, korfbal en voetbal. Men kon van elke afdeling afzonderlijk, dan wel gecombineerd lid zijn. De heer W.C. van bruggen werd voorgesteld als directeur van de afd. gymnastiek tegen een salaris van f. 200,- per jaar. De heer H. Rouwerd werd voorgesteld als leider van de afdelingen korfbal en voetbal tegen een salaris van f 60,- per jaar. Door medewerking van de commandant van het 35e L.W.B. kregen we de beschikking over het militaire sportterrein, gelegen op de plaats waar nu de sporthal “Berenschot” staat. Evenals Sparta had Voorwaarts het veld achter de zwartglasfabriek bij de toen bestaande watertoren, voor enkele uren per week in huur voor een bedrag van f 10,- per jaar.
Een eigen terrein was toch echt een weelde en de verstandhouding met de militairen, die nog in de barakken bivakkeerden op het voorterrein was prima. Meer last werd er ondervonden van buurman A. van Leer, die soms met de bijl in de boomgaard liep om, als er een bal op zijn terrein kwam, er op los te hakken en te slaan. Dit tot groot vermaak van de militairen. Vaak moesten de ballen opgehaald worden op het politiebureau, omdat hij ze niet wilde afgeven. Aan ballen was, net zo min als aan voetbalschoenen, te komen.
Wanneer het voetbalelftal en het korfbalteam tegelijk moesten spelen kwam men ook wel eens een speler tekort. De militaire kok bracht dan uitkomst door als invaller te fungeren.
In november 1918 kwam de wapenstilstand, doch het terrein werd weer gevorderd. Na veel praten en tussenkomst van de beschermheer, kon het terrein ingehuurd worden van de heer van Leer, die het ook weer in huur had van het Kroondomein. Later werden we zelf huurder van het Kroondomein. Een welgezinde luitenant bezorgde wat palen en draad en hiermee werd het terrein omrasterd.
De adeling korfbal speelde enkele wedstrijden tegen een andere Leerdamse korfbalvereniging, H.S.L., en de afdeling voetbal speelde enkele wedstrijden tegen Sparta. Dit waren de hoogtepunten van het seizoen.
In augustus 1919 meende de heer van bruggen te moeten bedanken en werd in zijn plaats benoemd de heer P. Ruggenberg; de heer P.M. van Gent werd hulpleider.
Op 5 mei werd in de vergadering besloten tot oprichting van een veteranenafdeling. De wedstrijd tegen Meerkerk, met bij Voorwaarts in het doel de legendarische “paal 19” (Kees Boon, alias de “zwarte kip”). Hij werd na afloop gehuldigd net ene krans van prei, wortelloof en dergelijke ingrediënten.
Aan entree werd ontvangen f 90,-, voor die tijd een heel bedrag. Het terrein werd afgestaan voor diverse activiteiten.
In die tijd werd een voorstel ingediend tot het houden van een gecombineerde vergadering met Sparta om tot een fusie te komen. Hierover zijn geen bijzonderheden bekend.
Door de dames- en herenafdeling werd ook deelgenomen aan de bondsfeesten. Er werd dan geslapen in een school op stromatrassen. Op een goede keer war er consternatie: Peek was zoek, maar werd gelukkig afgeleverd door een apieskoetsier. Zijn schoenen bungelden om zijn hals. Hij was afgedwaald en na het drinken van iets wat niet erg verfrissend was had hij voor een buffetjuffrouw de knotsoefening gedemonstreerd, was daarna aan het dwalen geraakt en omdat zijn schoenen begonnen te knellen had hij deze uitgetrokken en schonk hij ze aan zijn beste vriend, Kees van der Heiden.

We schrijven nu 1920. Het jaar van het zesde lustrum. Dat werd gevierd op een wijze, zoals in de annalen van Voorwaarts nog niet was voorgekomen. Reeds in december 1919 waren onderhandelingen gestart met een Engelse voetbalclub uit de Londense Leaque. Tot grote telkeurstelling gaf de Engelse voetbalbond geen toestemming. Willem II uit Tilburg bleek bereid te zijn naar Leerdam te komen. Zij werden door Kunstliefde en Vriendschap van de trein gehaald en naar Tavenu gebracht waar de receptie werd gehouden. Van Tavenu naar Kunstmin, alwaar een Fancy Fair gehouden werd om eventuele financiële stroppen op te kunnen vangen. Op het terrein was ook een kermis! Het staangeld hiervan voorkwam een financiële strop.
Het was een voor die tijd grote kermis met diverse vermakelijkheden zoals een stoomcarrousel, zweefmolen en met als hoogtepunt het zogenaamde “theater van schone kunsten”, voor die tijd een theater van twijfelachtig allooi, waar nog lang over werd gesproken.
Hoewel het op de doordeweekse avonden niet zo druk was, bevonden zich op de laatste zaterdagavond zo’n 4000 mensen op de kermis, zodat de exploitanten zeer tevreden waren.
De jubileumwedstrijd tegen Willem II trok heel veel toeschouwers en de recette bedroeg dan ook meer dan f 800,-. Men was ’s avonds nog laat bezig met het tellen van al dat losse geld.
Het nieuwe terrein werd geopend en L.S.V. speelde tegen een elftal uit de Brabantse Bond. Begeleid door Aurora en Kunstliefde en Vriendschap trokken de spelers door de stad naar het voetbalveld. Uit de verschillende festiviteiten bleek wel dat Voorwaarts haar 30-jarig bestaan op grootse wijze had gevierd.

A. Van Gilst

Jaargang 11 nr. 6
Jaargang 12 nr 1, 2 en 3
Jaragang 13 nr. 1
Jaargang 14 nr .2