In 1988 was het 300 jaar geleden dat stadhouder Willem III en zijn Engelse vrouw Maria Stuart, in Engeland werden binnengehaald als redders van het protestantisme. De katholieke koning Jacobus II (vader van Maria) werd verjaagd en “Willem and Mary” werden in 1689 tot koning en koningin van Engeland gekroond.

De reden dat we daar melding van maken is het feit dat Willem III naast zijn koning- en stadhouderschap ook graaf van Leerdam was.
Een machtig heerschap en dan te weten dat een jaar na zijn geboorte (zijn vader Willem II was 6 november 1650, acht dagen voor zijn geboorte gestorven) de Staten van Holland en Zeeland besloten het verder zonder stadhouder te doen. Het eerste stadhouderloze tijdperk begon.

Het optreden van Willem II in 1650 (staatsgreep) had de regenten bijzonder wantrouwig gemaakt ten opzichte van de Oranjes. Johan de Witt, als raadspensionaris de machtigste man in de republiek, ondertekende in 1654 de “Acte van Seclusie”. Daarin stond dat de staten van Holland nooit meer iemand van het Huis van Oranje tot stadhouder zouden benoemen.
Na het overlijden van zijn moeder in 1660, werd Willem III opgevoed door zijn oma Amalia van Solms, die in 1666 de opvoeding overdroeg aan de Staten van Holland en werd Willem III “Kind van Staat”. In 1667 werd het stadhouderschap officieel afgeschaft.

Als in 1672 de republiek reddeloos, radeloos en redeloos is, het jaar dat de geschiedenis in zal gaan als het rampjaar, wordt de republiek aangevallen door Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen.
In Holland brak paniek uit. In een oproer eiste het volk de benoeming van de prins van Oranje tot legeraanvoerder.
De regenten gaven toe en benoemde Willem III, aan wie elke militaire scholing was onthouden, in februari voor één veldtocht tot kapitein-generaal.
Maar daar bleef het niet bij. In juli werd hij benoemd in alle ambten van zijn vader. Willem III werd stadhouder van Holland en Zeeland en tevens kapitein-generaal en admiraal. Het eerste stadhouderloze tijdperk was voorbij.

In 1677 dacht de Engelse koning Karel II een goede zet te doen door zijn nichtje Maria als vrouw aan te bieden aan Willem III. Het politieke huwelijk werd in november 1677 gesloten in het St. James Palace in Londen. Willem was 27 jaar en zijn bruid Maria Stuart II, 15 jaar oud. Het paar verlaat Engeland en gaat terug naar de republiek.

Als in Engeland de problemen rond koning Jacobus II te groot worden doet men een beroep op zijn schoonzoon Willem III om in te grijpen. Na een grondige voorbereiding zeilde begin november 1688 vanuit de haven van Hellevoetsluis een oorlogsvloot van ongeveer 250 schepen uit. Aan boord daarvan bevond zich een compleet landingsleger. Op de vlaggen stond “FOR LIBERTY AND PROTESTANT RELIGION”. In Engeland aangekomen bleek het niet nodig slag te leveren.

Op 11 april 1689 werden Willem en Maria gekroond tot koning en koningin van Engeland. Rond de jaarwisseling 1694/1695 overleed Maria Stuart II plotseling. Zij werd slechts 32 jaar.

In 1698 (na een onenigheid over de benoeming van een predikant ???) schenkt Willem III aan de Ned. Hervormde Kerk van Leerdam een Tien Gebodenbord. In 1760 is het naar het oosten verplaatst, aangezien het orgel tegen de toren werd geplaatst.
Behalve het jaartal 1698 ziet men op het bord ook het wapen van Willem III, gehouden door een leeuw en een eenhoorn, met de spreuk “HONI SOIT QUI MAL Y PENSE” en het monogram W : R (William Rex). Op het fries staat de tekst: “Godt sprak al deze woorden Exod : XX”. Een geschenk dus van koning-stadhouder Willem III, graaf van Leerdam.

Willem III overleed kinderloos in 1702.

Gelezen in: Het aanzien van het Huis van Oranje
Rapport monumentenzorg

Gelezen door Fl. Blom

Jaargang 8 nr. 2