Wie soms denken mocht, dat het in onze streek vroeger met de zondagsrust heel wat beter gesteld was dan heden ten dage, komt bedrogen uit wanneer men kennis neemt van de publicatie van de secretaris van Heicop, toen deze op “Zondag 12 february 1660, voornoens, ten uitgaan van de kerck tot aanhooren van het kerckvolk” aldaar met luider stemme voorlas:

“De Heere Drossaard der stede ende lande van Vianen, doet hiermede door speciale last ende ordere van Haar Excellentie de Gravinne, Douairrière van Brederode, souveraine regente van Vianen, enz. tot voorcominge van het menigvuldig onthijlige des Sabbatdagh, ’t welck hoe langer hoe meer wordt gepleegd, wil expresselijk verbieden allen ende een iegelijk des zondags enig handwerck te doen, mitsgaders gedurende de predicatiën ten zelfden dage met wagens te rijden, alsmede te tappen, kaatsen, balslaan of te diergelijcke exercitiën te bedrijven op zodanige paine als bij voorgaande plakkaten daartoe is gestatuteerd.”

Foei! Wie had dat nu ooit gedacht van die vrome oude Heicoppers.

J.P. de Leeuw

Jaargang 9 nr. 3