Bij het doorzoeken van de geschiedenis van Leerdam, vindt men allerlei feiten vermeld, waarover je nooit iets gehoord hebt. Wie heeft er wel eens gehoord, dat Leerdam een Engelse bezetting heeft gehad, die hier ongeveer 10 jaar is geweest. Of, dat men eind 18e eeuw in Leerdam sprak over de Schot op Lingezicht, die aan het Laantje van Van Ieperen woonde? Nader onderzoek leerde echter, dat in die tijd sprake was van ene familie Oirschot, die op de boerderij daar woonde en later in Leerdam op de Hoogstraat. De Leerdammers vonden het gemakkelijker om het eerste deel van de naam weg te laten en spraken dus van de Schot op Lingezicht, die dus geen Engelsman bleek te zijn.
Wel een bewijs, dat Engelsen bij Leerdam woonden is terug te vinden in de naam Maclean. Deze naam komt nog in de omgeving voor. Gaan we de familiegeschiedenis nazoeken, dan blijkt dat deze familie zich begin 1700 hier vestigde. Vermoedelijk is een Engelse soldaat uit die tijd met een meisje uit deze omgeving gehuwd. Maar wat deed een Engelse of Schotse soldaat hier?
Iedereen weet van het optreden van de Franse tijdens Napoleon. Ook over de inval van de Fransen in 1672 in Holland en de komst van deze soldaten in Leerdam is het een en ander bekend. Maar wie weet iets van de komst van de Engelsen in de jaren 1705-1715 in Leerdam?
Er was in die tijd sprake van een machtsstrijd. De Franse koning wilde graag de machtigste zijn in West-Europa, maar hij werd hierin gedwarsboomd door onze koning-stadhouder Willem III. Als de Franse koning kans zag zijn kleinzoon op de Spaanse troon te zien, zou zijn familie oppermachtig zijn. Wie zou daar opvolgen? Immers de Zuidelijke-Nederlanden waren in het bezit van de Spaanse troon. Willem III had dit allang voorzien. Daarom had hij een barrière in de Zuidelijke-Nederlanden opgebouwd door in deze streken in allerlei vestingen veel Engelse soldaten onder te brengen. Toen na de dood van de Spaanse koning de kleinzoon van de Franse koning opvolger werd, brak de Spaanse successsie-oorlog uit. Willem III overleed weldra en de Engelse soldaten moesten zich terugtrekken. Deze troepen werden nu in allerlei plaatsen in Nederland ondergebracht en zo kwamen de Engelsen ook in Leerdam. In de loop van de jaren huwden Engelse soldaten met Leerdamse meisjes; dit tot groot ongenoegen van de kerkenraad. Deze hield streng toezicht op de handel en wandel van de Leerdammers. Zo kon als gevolg van de huwelijkswetgeving van Willem III geen huwelijk als wettig erkend worden, of het moest kerkelijk gesloten worden. Toen als gevolg van de omgang met Engelse soldaten enkele buitenechtelijke kinderen geboren werden, konden deze niet gedoopt worden. Een Leerdams meisje huwde in Dordrecht echter voor de Engelse legerpredikant aldaar. Dit huwelijk werd in Leerdam niet erkend en zij werd onder kerkelijke censuur geplaatst. Eerst nadat ze erkend had, dat ze onwetend met de Engelse man gehuwd was en voor de kerkenraad schuld beleden had, werd ze als lidmaat weer tot de gemeente toegelaten. Uit de aantekeningen in de notulenboeken van de kerk bleek, dat dit niet het enige geval was. Daarom trokken velen met de Engelsen mee en keerden Leerdam de rug toe.
Het is vaak moeilijk uit de doopboeken na te gaan, of de vader Engelsman was. De dominee, of wie de dopelingen in het doopboek inschreef, had vaak moeite met de namen. Zo vonden we dat Elsje Verburg in die tijd drie kinderen liet dopen, wier vader steeds Sander (Alexander) heette, maar steeds was de achternaam anders, namelijk Jivans, Gebler of Gibler. Zo blijken enkele achternamen totaal onleesbaar.

R. v.d. Berg

Jaargang 7 nr. 2